Er zijn van die ochtenden waarop je met een kop koffie in de hand naar buiten stapt, blij dat de zon eindelijk weer schijnt. Tot je blik op de tuin valt. Overal hopen aarde. Alsof iemand met opzet molshopen heeft geplant — netjes verspreid, van het gazon tot onder de haag. Herkenbaar? Dan is de kans groot dat je in Genk een mol op bezoek hebt. Of erger nog: meerdere.
Laten we het hebben over mollen. Wat ze doen, waarom ze het doen, en vooral: hoe je er op een doordachte manier vanaf raakt.
Laat ons eerlijk zijn — een mol kiest niet jouw tuin uit uit pure kwaadaardigheid. Nee, hij volgt z’n neus. Of beter: z’n gevoelige snuit. De zandgronden rond Genk, Zwartberg en Waterschei zijn voor mollen net luxehotels. Zacht, makkelijk te graven en vol met wormen. En laat dat nu net hun favoriete menu zijn.
Mollen zoeken plekken waar de bodem vochtig maar niet nat is, waar insecten leven, en waar niet te veel drukte is. Tuinen in wijken als Bret-Gelieren, Boxbergheide of Sledderlo zijn voor hen vaak ideaal. Veel groen, rustige hoekjes — je snapt het plaatje.
Eén mol kan in een paar dagen tijd een wirwar aan tunnels graven. We spreken over tientallen meters gangen per dag. Het resultaat? Je grasveld zakt in, plantenwortels raken beschadigd, en die charmante Japanse esdoorn in de hoek begint plots geel te kleuren.
En eerlijk: een mol leeft best op zichzelf. Maar als jouw tuin ideaal is, dan is die van de buren dat misschien ook. En zo krijg je een hele rijtuin aan molactiviteiten in je straat — van Termien tot in Kolderbos.
Laten we even duidelijk zijn. Mollen verspreiden geen ziektes. Ze bijten mensen niet. Ze knagen niet aan kabels zoals ratten dat doen. Maar… ze maken wel knoeiboel. Ze zorgen voor verzakkingen. Ze kunnen irrigatiesystemen verstoren. En in sier- of moestuinen veroorzaken ze behoorlijk wat schade aan jonge planten.
Voor mensen met siertuinen of gepassioneerde moestuinierders in Genk-Noord of in Boxbergheide kan dat heel frustrerend zijn. Jouw zorgvuldige werk van weken of maanden wordt op één nacht volledig omgeploegd.
Er zijn mensen die zweren bij plastic flessen op stokken. Anderen steken knoflook in de gangen. Sommigen zetten ultrasone apparaatjes in hun tuin — zo’n soort sciencefiction-gevalletje dat trillingen uitzendt.
Maar eerlijk? De meeste van die methodes werken tijdelijk. Of helemaal niet.
Waarom? Omdat mollen zich aanpassen. Wat vandaag een storende geur is, wordt morgen genegeerd. Wat gisteren trilde, wordt vandaag omgegraven.
En vergis je niet: een mol is slim. Hij heeft een sterk ontwikkeld reuk- en tastzintuig. Je fopt ‘m niet zomaar.
Technisch gezien zijn mollen beschermde dieren in België. Dat betekent dat je ze niet zomaar mag vangen of doden zonder goede reden of vergunning. Toch zijn er uitzonderingen. In tuinen waar schade ontstaat — denk aan sportvelden, begraafplaatsen of siertuinen — mag je ze onder bepaalde voorwaarden bestrijden.
In Genk zijn er trouwens verschillende wijken met sportterreinen en speelweides waar mollen regelmatig voor problemen zorgen. Denk aan het voetbalveld in Winterslag of aan het park in Genk-Zuid. De beheerders daar weten: mollen laten begaan is geen optie.
Professionele bestrijders weten waar ze moeten kijken. Ze herkennen actieve versus oude gangen. Ze gebruiken speciale klemmen — niet de standaard dingen uit de doe-het-zelfwinkel, maar stevige, precieze tools die correct worden geplaatst.
En het allerbelangrijkste: ze doen het veilig. Geen gif, geen gevaar voor andere dieren of kinderen. Dat is vooral belangrijk in tuinen waar ook katten, honden of spelende kinderen rondlopen.
In Genk zijn er ook veel moestuinen met een ecologisch karakter — denk maar aan de volkstuintjes rond de Bosdel. Daar wil je géén chemische producten gebruiken. Een professionele bestrijder weet hoe hij dat aanpakt, zonder schade aan het milieu.
Kijk naar de molshopen. Zijn ze vers? Donkere, vochtige aarde is meestal vers opgegraven. Zie je nieuwe hopen verschijnen, dag na dag? Dan is de mol nog actief.
Loop ook eens voorzichtig over je gras. Voel je zachte plekken of zink je weg? Dan heb je ondergrondse tunnels die nog recent gebruikt zijn.
Let op: ook regen en grondwater kunnen het beeld vertekenen. Dus als je twijfelt, laat het checken. Beter één keer te veel gecontroleerd dan weken gewacht terwijl je tuin verder vernield wordt.
Veel mensen denken dat je moet wachten tot het voorjaar. Dat klopt gedeeltelijk. In de lente zijn mollen actiever omdat ze territorium verdedigen en op zoek gaan naar een partner. Dan graven ze het meest. Maar ook in de herfst zijn ze druk bezig — ze leggen wintervoorraden aan.
Echt stilvallen doen ze eigenlijk nooit.
Dus of je nu woont in Genk-centrum, Gelieren of Oud-Winterslag: als je molshopen ziet, is het moment om in te grijpen… nu.
Zeker. In tuinen waar biodiversiteit belangrijk is — denk aan educatieve projecten zoals het Heempark of boomgaarden bij scholen — wordt vaak gezocht naar diervriendelijke methodes.
Soms werkt het om mollen te ontmoedigen door de bodem minder aantrekkelijk te maken: minder water geven, geen overbemesting, minder graven. Of door barrières te plaatsen in de grond.
Maar eerlijk? Dat vraagt kennis, tijd en meestal ook een dosis geluk. Wie snel van het probleem af wil, kiest meestal toch voor een mollenvanger die efficiënt en met respect voor het dier werkt.
Dat hangt af van meerdere factoren:
Gemiddeld betaal je voor een professionele behandeling ergens tussen €60 en €250 per interventie, afhankelijk van de complexiteit. Vaak zijn er meerdere bezoeken nodig.
Maar: wat is het alternatief? Wachten tot je gazon herschapen is tot een veld vol gaten en hopen? Dan kost het herstellen véél meer — aan graszoden, herbeplanting en je eigen frustratie.
Eerst en vooral: blijf kalm. Ja, mollen kunnen flink wat schade aanrichten, maar het is oplosbaar.
Probeer niet zelf te experimenteren met middelen waarvan je de werking niet kent. En probeer zeker geen huis-tuin-en-keukenmiddelen zoals bleekwater of ammoniak — dat werkt niet én het is gevaarlijk voor andere dieren.
Laat het nakijken door iemand met ervaring. Zeker als je in Genk woont — een stad met veel tuinen, zachte gronden en dus ook… veel mollen.
Of je nu woont aan de rand van het Molenvijverpark, vlakbij het station of in een rustig straatje van Hoevenzavel: als je hulp zoekt, is er altijd iemand die jou daarbij kan helpen.